
In gesprek met……Harm Notenbomer
In gesprek met…
Harm Notenbomer
Rustig zittend in de tuin achter het huis dat in de tijd van Napoleon (±1800) gebouwd is, praat ik met Harm Notenbomer. Als nieuwkomer in Lioessens ken ik hem niet, maar al snel blijkt dat hij elke inwoner van Morra & Lioessens heel goed kent.
Groninger van geboorte. Moeder een Drenth, vader een Groninger, maar al meer dan 40 jaar woonachtig in Morra en altijd schoolmeester geweest in Lioessens. Hoe een Groninger Fries kan worden.
Harm werd geboren in Sebaldaburen. In zijn hele jonge jaren verhuisde het gezin met grote regelmaat naar een andere plaats, altijd in de provincie Groningen. Uiteindelijk doorliep hij de lagere school en ging daarna naar de ULO. Een beroepskeuze had hij inmiddels wel gemaakt, hij wil onderwijzer worden. In Drachten was een Christelijke Kweekschool, daar ging hij naar toe. 20 km heen en ook weer terug. De kweekschool was wat we nu Pabo noemen, een opleiding voor onderwijzers. In die tijd kon je nog een extra jaar doen, dan was je ook bevoegd om hoofdonderwijzer te worden, dat jaar heeft hij ook gedaan.
Net de diploma’s op zak werd hij opgeroepen voor militaire dienst, dat was ongeveer in 1961. Hij moest 18 maanden in dienst en de vergoeding in die tijd was 1 gulden per dag. Dat is nog geen €0,50. Een vetpot was het dus niet en de discipline was groot. Hij had daar wel moeite mee. Het drillen en marcheren was aan hem niet besteed. Maar er zullen later vast kinderen in zijn klas hebben gezeten die daar heel anders over dachten. In die tijd was er een groot gebrek aan onderwijzers en als je een aanstelling kon krijgen dan kon je daarmee ook vrijgesteld worden van militaire dienst. Na een jaar dienstplicht solliciteerde hij in Huissen, bij Arnhem, en in Lioessens. In Lioessens werd hij aangenomen en heeft hij tot zijn pensioen lesgegeven aan wat nu de Christelijke Basisschool De Griffel is.
In die tijd, begin 60er jaren, zaten er ongeveer 125 leerlingen op school. Hij kreeg klas 2 en 4, dat waren bij elkaar ongeveer 46 leerlingen. In die tijd was er ook nog les op woensdagmiddag en op zaterdagochtend; de zomervakantie duurde 3 weken. En dan zat je elke avond na te kijken. Van elk kind een reken- en een taalschriftje. Dat betekende dus bijna 100 schriftjes per dag. Het waren lange werkdagen. In de zomer werden de kinderen door de boeren vaak thuisgehouden omdat ze moesten helpen met de aardappeloogst of andere zaken op de boerderij. Officieel mocht dat niet, maar het werd gewoon gedaan.
De school was ook een mannenaangelegenheid, alleen klas 1 en 2 kregen les van een juffrouw, maar er was ook een periode dat er alleen maar mannen lesgaven op school. Kinderen stonden netjes in rijtjes te wachten tot ze naar binnen mochten en er werd klassikaal lesgegeven. Het was niet altijd even leuk voor de kinderen toen. Langzaam maar zeker veranderde het binnen de muren van de school. Harm weet nog dat Schooltv kwam en dat er ouders waren die daartegen protesteerden: daar kon je niets van leren. Maar voor leerlingen die meer visueel waren ingesteld, was het een zegen.
Van zijn 5 kinderen zitten er 3 ook in het onderwijs. Zo volgt hij de veranderingen in het onderwijs. Vroeger kwam er eens per jaar een onderwijsinspecteur kijken of je je werk wel goed deed, nu moet alles vastgelegd en wordt alles gecontroleerd. Het verschil is groot.
Na zijn aanstelling tot onderwijzer in Lioessens ging Harm in de kost bij Mevr. Bandstra in Morra. Sindsdien woont hij in Morra. Toen hij trouwde kochten ze een huis in Morra voor 7900 gulden. Dat zou omgerekend in Euro’s nu €3700 zijn. Voor die tijd een heel kapitaal. Maar met zijn baan in Lioessens was het geen probleem om een hypotheek te krijgen. De bankdirecteur uit Anjum kwam het geld persoonlijk naar de notaris in Metslawier brengen. Alles contant. Een bankmedewerkster uit Metslawier zat eens per week een halve dag in Morra en fietste heen met de fietstas vol met geld van Metslawier naar Morra en later op de dag met net zo’n volle fietstas weer terug. Er bestond nog geen internet, slechts een enkeling beschikte over een auto, in de dorpen waren nog winkels en cafe’s en er was nog bedrijvigheid. De wereld was klein en overzichtelijk. Mensen gescheiden van elkaar door hun levensovertuiging.
Na 10 jaar kwam het huis te koop waar Harm nu nog woont. Het is de voorzijde van een oude boerderij uit de tijd van Napoleon. We zitten nu in te tuin te praten, maar vroeger was hier de deel. Harm woont net niet naast de kerk, die uit 1200 stamt. Hij is wel altijd actief bij de kerk betrokken, zit nog steeds in de kerkenraad. Hij was actief bij het dorpsbelang en is penningmeester van de begrafenisvereniging geweest.
In zijn drukke leven vond hij zelfs nog tijd om wat vee te houden, wat koeien, wat schapen; een boekje te schrijven over de geschiedenis van Morra wat al lang uitverkocht is. Ook na zijn pensionering, nu 10 jaar geleden, blijft hij druk met heel veel verschillende dingen. Trots liet hij me de kamer zien die hij helemaal in oude stijl zelf heeft opgeknapt, want ook dat vind hij fijn om te doen: klussen en schilderen. Alles doet hij zelf.
Een bezige, energieke man. Bij het afscheid nemen zag ik ineens nog een andere liefde van hem staan: een lelijke eend. Nostalgie en Citroen zijn grote autoliefde.
Augustus 2017
Feike van der Zee